Stichting Auschwitz - Inhoudsopgave en samenvattingen nr. 126
Voorstelling van het tijdschrift
Redactioneel
 
 
Kroniek
  • Le sec et l’humide

  • Het Huis van de Europese geschiedenis: een museum waar(over) vragen gesteld worden

  • De Shoah in stripverhaal

  • Ik René Tardi: herinneringen aan een krijgsgevangenschap

  • Riphagen: Jodenjager in Amsterdam

  • Oorlogskinderen in België: een gesprek met Gerlinda Swillen

 

Portfolio: Bosnië en Herzegovina, de oorlog ‘on hold’
 
 
Dossier: Vragen over de toekomst van de herinnering
  • Inleiding (Frank Schroeder / Anneleen Spiessens)

  • Learning from History? Why European Societies Remember the Holocaust Today (Heidemarie Uhl)
    Heidemarie Uhl toont in haar artikel perfect aan dat de herinneringscultuur die zich midden jaren 1980 in Europa heeft ontwikkeld, gunstig blijkt voor de ontwikkeling van een kritische wijze om te herinneren. Die “naoorlogse mythes”, die nationale verhalen die zich concentreren op de figuur van het onderdrukte volk of van de heldhaftige verzetsstrijder, werden geleidelijk uitgehold. De nieuwe generatie (de generation of memory volgens de formule van Jay Winter) heeft maar al te goed begrepen dat de herinnering transnationaal zal zijn, als ze het fundament wil vormen voor een politiek die gericht is op mensenrechten en solidariteit. En uitgerekend de herinnering aan de Shoah vormt het ankerpunt voor deze nieuwe visie binnen de mondiale herinneringscultuur.

  • De Rechtvaardigen onder de naties in een pedagogische context: het geval Zwitserland (François Wisard)
    De Rechtvaardigen onder de naties treden steeds meer op de voorgrond in de herinneringscultuur, het artikel onderzoekt echter de kansen en vooral de risico’s die gepaard gaan met de inzet van de figuur van de Rechtvaardige in een pedagogische context, met Zwitserland als voorbeeld. Bij de Rechtvaardigen zijn niet alle actoren opgenomen die verbonden zijn met de reddingsacties ten tijde van de Shoah. Ook Joden en talrijke helden zonder naam, actief op de achtergrond, horen er namelijk bij. De leerlingen gaan de reddingsacties op die manier te simplistisch interpreteren. Toch nodigt een daad van moed en altruïsme waarvoor de Rechtvaardige symbool staat, de leerlingen uit om te reflecteren over individuele keuzen. Het artikel toont vervolgens aan dat het begrip Zwitserse Rechtvaardige, maar evengoed Rechtvaardige uit een ander land, verre van vanzelfsprekend is en dat een volledige en onweerlegbare lijst per land niet bestaat. Tot slot stelt de auteur vragen bij voorbeeldfiguren, gaande van Raoul Wallenberg tot Oscar Schindler, met een omweg over de Zwitsers Paul Grüninger en Carl Lutz. Die beide laatsten zijn als ambtenaren die actief waren in Zwitserland en Hongarije, totaal niet representatief voor zowat zeventig Rechtvaardigen met de Zwitserse nationaliteit gedurende de Shoah. Twee derde van hen was actief in Frankrijk en de helft van die Rechtvaardigen bestond uit vrouwen. Als je je concentreert op de grote figuren, loop je gevaar onbereikbare idealen voor te stellen en bij de leerling de indruk te wekken dat elke altruïstische daad gemediatiseerd moet worden om te worden erkend. Het artikel toont tot slot aan dat geschiedschrijving en herinneringswerk altijd een context en de juiste proporties vereisen, wanneer precieze cijfers ontbreken.

  • The Evolution of Holocaust Remembrance in Israeli Society (Gideon Greif)
    De herinnering aan de Shoah neemt tegenwoordig een centrale plaats in bij herinneringskwesties, maar de erkenning van deze herinnering was volstrekt niet vanzelfsprekend in Israël en dat is nog steeds het geval. Gideon Greif wijst erop dat de Shoah zonder twijfel “sinds de periode vóór de stichting van de Staat altijd prominent aanwezig was en de Israëlische maatschappij heeft getekend”. Toch werden de geïmmigreerde overlevenden lange tijd gemarginaliseerd. De houding van de Europese Joodse slachtoffers van het nazisme, volgens sommigen “als lammeren naar de slachtbank geleid”, stemde niet overeen met de fundamentele waarden van de Israëlische maatschappij. Pas in 1961 hebben de Israëliërs, dankzij het proces tegen Adolf Eichmann, “werkelijk” kennisgemaakt met de vervolgingen en de uitroeiing van de Joden in Europa.

  • ‘Wat heeft dat met mij te maken?’ Memoriaalpedagogie en empowerment in Mauthausen (Yariv Lapid)
    Yves Lapid, hoofd van de pedagogische afdeling van het Memorial van het kamp van Mauthausen tussen 2007 en 2013, onderzoekt de dynamiek van de bezoeken aan de gedenkplaatsen. Hij stelt meer bepaald de vraag hoe zinvol het traditionele parcours is, waarbij de gids twee uur lang uitleg geeft aan een passief publiek dat geschokt is door de gruweldaden waarover hij verslag uitbrengt. Daarom beslist hij om een pedagogische methode uit te werken waarbij de bezoekers worden aangespoord om de site op een interactieve manier te ontdekken, om zich af te vragen welke betekenis ze vandaag kan hebben en om op een autonome manier historische kennis te verwerven. De taak van de gids als overbrenger beperkt zich ertoe “bezoekers te helpen om te ontcijferen wat ze zien” en de discussie aan te wakkeren. De directe toegang tot de informatiebronnen (foto’s en geschreven getuigenissen) en de aansluitende confrontatie op de plaats zelf zijn essentieel. De auteur onderstreept overigens het belang om sommige mythes te ontkrachten. In dit geval is dat de “mythe van de slachtofferrol van Oostenrijk” en is het zaak om aan te tonen hoezeer het kamp Mauthausen geïntegreerd was in de Oostenrijkse maatschappij van die tijd en in het leven van de dorpsbewoners.

  • De pedagogische begeleiding van jonge mensen op een gedenkplaats: tussen participatie en competentiesturing in Neuengamme (Iris Groschek)

  • Beyond the Era of Contemporary Witnesses: Postmemory and Intermediality Today (Sébastien Fevry)
    Het “thema postmemorial” biedt nieuwe perspectieven voor de kennisoverdracht in een gedigitaliseerde samenleving. Hij is geen getuige en geen archivist, maar een onderzoeker die deze “verweesde” beelden (zonder getuigen) ontdekt die hij heeft gevonden op het internet en die dus verwijzen naar een verleden dat hij niet heeft beleefd. Op die manier is de vergetelheid waartegen het “thema postmemorial” moet opboksen, niet het resultaat van steeds zeldzamer wordende documenten uit het verleden, maar eerder van de overvloed aan dergelijke schriftelijke getuigenissen. Door middel van de analyse van drie producties (een stripverhaal, een onderzoeksroman en een film) toont Sébastien Fevry hoe de auteurs geen “herinneringen” in de ware zin van het woord hebben, maar anonieme beelden herschikken en hercontextualiseren om ze te integreren in een ware herinneringsdynamiek.

Varia
  • “It Was Not Hundreds of Thousands, but One, Plus One, Plus One.” Emotions and Empathy in History Learning with Virtual Shoah Survivors (Katalin Morgan)

  • In memoriam: Nelly Sturm-Klein (1924-2017) en haar verzet binnen de Duitse communistische groep Travail allemand (Tanja von Fransecky)
    Nelly Klein vlucht aan het eind van de zomer van 1939 als dertienjarige met haar ouders Elisabeth en Koloman Klein uit Wenen. Reisdoel: België. Nauwelijks een jaar later, op 10 mei 1940, haalt de Wehrmacht ze in. Koloman Klein begint aan een odyssee van twee jaar, die hem eerst naar de interneringskampen van de (nog) door de Wehrmacht bezette zone in het zuiden van Frankrijk brengt: Saint-Cyprien, Gurs, Les Milles. Uiteindelijk wordt hij op 17 augustus 1942 naar Auschwitz gedeporteerd vanuit het station van Drancy-Le Bourget. Zijn familie heeft sindsdien niets meer over hem vernomen. Nelly en haar moeder duiken onder als huishoudhulp. In de zomer van 1942 werkt Nelly bij een bejaard koppel in het westen van Brussel. Terwijl ze de tegels van de gevel aan het afborstelen is, komt Judith Fürst, een vriendin uit de voormalige jongerengroep van het Joodse comité langs en vraagt: “Ben je het niet beu om de tegels van de rijken te schrobben? […] Wil je niet liever voor ons werken in het Verzet?” De verzetsgroep waarvoor Judith Fürst medewerkers ronselt, heet Travail allemand (TA) (Duits werk). Een van de verzetsdaden wordt exclusief uitgevoerd door de jonge vrouwen: de Mädelarbeit of Soldatenarbeit. Zij moeten de soldaten van de Wehrmacht die in België gestationeerd zijn, verleiden. Doel is de ondermijning van de strijdkrachten en de militaire spionage.

 

Herinneringsplek
  • ‘Je hebt niets gezien…’ in Douadic (Guy Zelis)
    In het Franse departement Indre, langsheen de departementale weg (D 17), die van de stad Blanc naar het regionale Maison du Parc van Brenne leidt, op de grens van het dorpje Douadic, is een omheinde weide op een plek l’Étang du Blanc genoemd, de plaats van een totaal vergeten interneringskamp. Het kamp Douadic werd in 1939 ingericht voor Duitse oorlogsgevangenen. Als de regering van Vichy op 22 juni 1940 echter de capitulatie ondertekent, wordt het handjevol Duitse gevangenen bevrijd. Vervolgens dient het als opvangkamp voor Franse en buitenlandse vluchtelingen, meer bepaald van de anti-Frankisten van de Retirada, die uit de bezette zone komen. De bestemming van het kamp verandert als gevolg van de akkoorden van juli 1942 tussen Karl Oberg, chef van de SS in Frankrijk, en René Bousquet, secretaris-generaal van de politie onder het Vichy-regime. Die laatste verbindt er zich toe, de buitenlandse Joden in heel Frankrijk uit te leveren aan de Duitsers. Voor de zone Zuid, in de departementen Indre, Cher en Indre-et-Loire wordt het kamp van Douadic uitgekozen als officieel “transitkamp”.

  • Hero worship at all costs? The Dispute over the Museum of the Second World War in Gdansk (Martin Sander)

Boekenplank
 

Herinneringslabo

  • Geographies of Loss: Testimony, Art and the Afterlife of Batajnica’s Disappeared Objects (Stephenie A. Young)

  • Op het spoor van de genocide van de Tutsi in Rwanda: ontmoeting met daders en analyse van het rechtssysteem na 1994 (Mélanie Moreas)
 
Niet te missen

Het Tijdschrift staat online op
openedition.org


revues.org

Alle nummers

  • Nr. 138 (04/2024) Rechtzaken

     

    Dit dossier zal over processen gaan die een juridisch antwoord hebben geboden op een vraag naar gerechtigheid. Verschillende gevallen zullen aangesneden worden gaande van Istanboel en het Artsenproces te Neurenberg tot de Duitse politiemannen van de Jodenafdeling te Brussel en de gacacaprocessen in Rwanda.

    Inhoudsopgave en samenvattingen

    Nr. 137 (10/2023) Jeugdliteratuur in het licht van de Holocaust

     

    In België is onderzoek naar de relatie tussen jeugdliteratuur en de Holocaust zeldzaam, in tegenstelling tot de ruime aandacht die het fenomeen in Amerika (iedereen kent immers Art Spiegelman’s Maus) en in andere Engelstalige landen genoot. Kinderboeken waarin de Holocaust in woord en beeld wordt uitgebeeld zijn in landen zoals België en Frankrijk na de oorlog nochtans steeds in aantal blijven groeien. Terwijl literaire kritiek en onderzoek nog in de kinderschoenen lijken te staan, zal dit dossier aantonen dat de kritische analyse van dit corpus van groot belang is voor de toekomst.

    Inhoudsopgave en samenvattingen

    Nr. 136 (04/2023) Daders

     

    De dader of beul heeft altijd gefascineerd en angst aangejaagd. De daders van massamisdaden zijn diegenen die de vernietiging van een specifieke groep uitvoeren, vergemakkelijken of bevelen. Nummer 100 van Getuigen: Tussen geschiedenis en herinnering, dat in september 2008 verscheen, boog zich over nazi-beulen. Dit dossier biedt de lezer een historische en criminologische benadering van andere genocides van de 20e eeuw.

    Inhoudsopgave en samenvattingen

    Nr. 135 (10/2022) Ongehoorzaamheid

     

    Dit dossier gaat over het concept van ongehoorzaamheid in oorlogstijd. Het fenomeen van burgerlijke ongehoorzaamheid klinkt misschien bekend in deze tijden van redelijk ongebreideld protest, maar er was een tijd dat gehoorzaamheid de regel was. In een militaire context werd ongehoorzaamheid vaak gevolgd door dodelijke gevolgen. In dit dossier staan drie gebeurtenissen uit de Eerste Wereldoorlog en één uit de Algerijnse oorlog (1954-1962) centraal.

    Inhoudsopgave

    Nr. 134 (04/2022) De moord op de ‘nuttelozen’

     

    Tijdens de Tweede Wereldoorlog wenste het naziregime niet alleen het voor haar gevaarlijke Joodse ‘ras’ te vernietigen. Alvorens deze plannen in daden om te zetten, vermoordden de nazi’s massaal zogenaamde ‘minderwaardigen’ die niet binnen hun raciaal-eugenetische ideologie en Weltanschauung pasten. Mentale en lichamelijke mindervaliden zouden gedurende het hele wereldconflict systematisch slachtoffer worden van de pseudomedische, maar moordzuchtige naziwaanzin.

    Inhoudsopgave

    Nr. 133 (10/2021) 1918-1938: De politisering van de muziek in Europa

     

    Dit dossier zal dieper ingaan op het gebruik en misbruik van de muziek door de politieke wereld tijdens het interbellum. Er zijn veel voorbeelden van hoe de politieke propaganda zich genesteld heeft in de Europese muziekcultuur.

    Inhoudsopgave

    Nr. 132 (04/2021) AKTION REINHARDT en AKTION ERNTEFEST

     

    Tijdens Aktion Reinhardt werden van maart 1942 tot november 1943 bij benadering 1,8 miljoen Poolse Joden omgebracht in de gaskamers van Bełżec, Sobibór, Treblinka en Majdanek. De Joden die aan de gaskamers wisten te ‘ontsnappen’ werden op 3 en 4 november 1943 – tijdens Aktion Erntefest – doodgeschoten in Majdanek, Trawniki en Poniatowa.

    Inhoudsopgave en samenvattingen

    Nr. 131 (10/2020) Oorlog in de Stille Oceaan

     

    Het jaar 2020 markeert ook de 75e verjaardag van het einde van de Tweede Wereldoorlog in de Stille Oceaan of – moeten we het nog herhalen – het echte einde van de Tweede Wereldoorlog. De geschiedenis van deze oorlog is doorgaans weinig bekend bij, en wordt soms genegeerd door het grote publiek in Europa. In het beste geval zijn de filmliefhebbers bekend met fragmenten uit Amerikaanse films over dit onderwerp. De Pacifische oorlog, die ook wel de Tweede Wereldoorlog in Oost-Azië en de Grote Oceaan wordt genoemd, was het toneel van de Tweede Wereldoorlog, die zich afspeelde in Azië, de Stille Oceaan, de Indische Oceaan en Oceanië. Geografisch gezien was dit het grootste conflictgebied van de oorlog, bestaande uit de uitgestrekte Stille Oceaan, het zuidwesten van de Stille Oceaan en Zuidoost-Azië. Het omvatte ‘perifere’ conflicten zoals de Tweede Chinees-Japanse Oorlog (begonnen op 7 juli 1937) en de Sovjet-Japanse Oorlog (begonnen op 9 augustus 1945).

    Inhoudsopgave en samenvattingen

    Nr. 130 (04/2020) Receptie van de Holocaust en mentaliteitswijziging in Joodse en Christelijke milieus

    De receptie van de Holocaust zet een bewustwordingsproces voor de hele mensheid in gang en spoort ons allen aan tot een kritische bevraging. In dit dossier stellen we de modaliteiten en de uitdagingen, verbonden met het doorgeven van de geschiedenis van de Holocaust voor en we evalueren ze. Daarnaast motiveren we de verschuivingen in identiteit en mentaliteit die eruit voortvloeien. Hoe zag het katholicisme het judaïsme vóór en tijdens de Holocaust? Met welke joodse en interreligieuze rituelen wordt de Holocaust in Israël en in de Verenigde Staten herdacht? De evolutie van de Joodse houding ten opzichte van de Holocaust wordt uit de doeken gedaan aan de hand van de analyse van de zogenaamde Bitburg-controverse, die ontstond door het bezoek van president Ronald Reagan aan het Duitse Soldatenfriedhof van Bitburg (Duitsland) in mei 1985. De zaak van het karmelietessenklooster van Auschwitz (1985-1993) ten slotte, toont aan hoezeer de Kerk in België en Frankrijk betrokken was bij de oplossing van het conflict en is zonder twijfel een mijlpaal binnen de “catechese van de erkenning” van de Kerk ten opzichte van de Joden. De geschiedkundige antwoorden van dit dossier op de vraagstelling met betrekking tot de Holocaust kunnen bepalend zijn voor het voortbestaan van het judaïsme en de betrekkingen tussen judaïsme en christendom.


    Inhoudsopgave en samenvattingen
    Nr. 129 (10/2019) De erkenning van de slachtoffers

     
    De voorbije decennia heeft de opvatting postgevat dat de slachtoffers van massamoorden onze erkenning verdienen. Ze zijn niet meer weg te denken uit onze herdenkingscultuur. Dit dossier geeft een stand van zaken en werpt een blik op het ruime spectrum aan maatregelen die een blijvende erkenning moeten waarborgen. Er zijn de eenvoudige herdenkingsmomenten, maar ook en vooral de doelgerichte juridische acties binnen de strafrechtspraak op internationaal niveau die de slachtoffers van gewelddaden voor het voetlicht brengen. Er is andermaal aandacht voor de diverse aspecten van de problematiek van de erkenning, vooral daar waar een vorm van rivaliteit tussen de slachtoffers ontstaat. Tot slot belicht het dossier de transgenerationele dimensie. Diverse thema’s maken het voorwerp uit van concrete onderzoeksdomeinen. In dit dossier komen onder andere de genocide op de Tutsi in Rwanda en de aandacht voor de slachtoffers van massamoorden in de cinematografie aan bod.


    Inhoudsopgave en samenvattingen
    Nr. 128 (04/2019) De herinnering aan de genocide op de Tutsi, 25 jaar later

    April 1994. Op de televisieschermen in Europa worden beelden getoond van verminkte lichamen in Rwanda. 25 jaar later willen wij herdenken.

    Inhoudsopgave en samenvattingen

    Nr. 127 (10/2018) 1918 en het voortdurende geweld

    Honderd jaar geleden, in november 1918, eindigde de Eerste Wereldoorlog. Na vier jaar bloedige oorlog keerde de vrede weer in Europa. Althans, zo leek het vanuit het gezichtspunt van de overwinnaars, en zo zal het ook lijken vanuit het gezichtspunt van een vredesgezinde eeuwherdenking honderd jaar later. De historische werkelijkheid was weerbarstiger. Op z’n minst tot 1923 bleef het geweld voortduren in de vorm van revoluties en contrarevoluties, burgeroorlogen en oorlogen. En ook de geesten bleven in de ban van het geweld, zowel te linker- als te rechterzijde.
    In het themanummer ‘1918 en het voortdurende geweld’ reconstrueert Getuigen hoe Europa na 1918 in de greep bleef van het geweld en hoe de oorlog zijn stempel drukte op een geweldcultuur die zou exploderen in het totale geweld van de Tweede Wereldoorlog.

    Inhoudsopgave en samenvattingen

    Nr. 126 (04/2018) Vragen over de toekomst van de herinnering

    Op 20 en 21 januari 2017 vond in het Luxemburgse Esch-sur-Alzette het colloquim Questions sur l’avenir du travail de mémoire / Fragen zur Zukunft der Gedenk- und Erinnerungsarbeit plaats, waar verschillende sprekers zich bezonnen over de toekomst van het herinneringswerk. Dankzij Frank Schroeder, directeur van het Musée national de la résistance in Esch en initiatiefnemer van het congres, konden we in dit dossier zes lezingen publiceren die een antwoord trachten te formuleren op de volgende vragen: Hoe bouwen we een kritische herinneringscultuur rond de Shoah op, die komaf maakt met mythes en nationale fragmentering? En hoe vangen we de afwezigheid van rechtstreekse getuigen op? Wie geeft wat door in de toekomst, en hoe?

    Inhoudsopgave en samenvattingen

     
    Nr. 125 (10/2017) Vervolging van homoseksuelen door de nazi's

    Dankzij het toegenomen aantal studies over het onderwerp is de afgelopen jaren onze historische kennis gegroeid over de vervolging en deportatie van homoseksuelen door de nazi’s. In dit dossier geven we het woord aan zowel ervaren als jonge onderzoekers. Zij werpen licht op het bijzondere lot van vrouwelijke en mannelijke homoseksuelen tijdens de Tweede Wereldoorlog, en bestuderen hoe de herinnering aan deze episode evolueerde na de oorlog.

    Inhoudsopgave en samenvattingen

    Nr. 124 (04/2017) Muziek in de kampen

    Muziek vormde een belangrijk onderdeel van het leven in een concentratiekamp, al dan niet geleid door de nazi’s. Welke soort muziek werd daar gecomponeerd en uitgevoerd, en wat was de precieze functie ervan? Was het een overlevingsmechanisme, een vorm van verzet voor de gedetineerden, een manier om hoop en menselijkheid uit te drukken? Of was het een instrument van terreur in handen van de kampbewakers? En wat is de rol van muziek in het herinneringswerk? Deze vragen vormen de rode draad doorheen het dossier.

    Inhoudsopgave en samenvattingen

    Nr. 123 (10/2016) Translating Memory

    Presentation of the dossier: What is the relationship between testimony, defined as a more or less ritualized firstperson account of political violence, and translation? Correspondingly, how does the translator position herself towards the witness? Can the translator be, or become, a witness? How, when and why are testimonies translated? Which linguistic and discursive strategies do translators resort to when faced with ethically challenging texts? Which role do they play exactly in the transmission of the historical knowledge, cultural values or social critique conveyed by the testimony? Does translation weaken or rather reinforce the relevance and impact of the original statement? How important is translation in literary, political and institutional settings? Do these specific settings determine translation practice in significant ways? To which extent can subsequent processes of transcription, editing, translation and archiving affect the source text? And how accurate are the boundaries we draw to distinguish witnessing from translating, documentary from literary testimony, the original from its translation? These are the main questions we intend to explore in our dossier.

    Inhoudsopgave en samenvattingen

    Nr. 122 (04/2016) Revisionisme en negationisme

    In de strikte betekenis van het woord is negationisme ‘de doctrine die de realiteit van de genocide door de nazi's op de Joden ontkent, meer bepaald het bestaan van de gaskamers’ (Larousse online). Bij uitbreiding slaat het begrip ook op de ontkenning van andere genocides en misdaden tegen de mensheid. De literatuur over het negationisme is omvangrijk: in veel landen zijn er zowel studies over het negationisme zelf als biografieën van negationisten. De argumentatieve en retorische strategieën van de negationisten zijn in het lang en het breed blootgelegd en websites ontmaskeren systematisch hun drogredenen. Er bestaat dus al behoorlijk wat betrouwbare informatie over het fenomeen. Toch is het om diverse redenen noodzakelijk om erop te blijven terugkomen.

    Inhoudstafel

    Nr. 121 (10/2015) Extreem geweld op/in scène

    Extreem geweld schuwt het beeld niet. Het spat van het scherm. Surft van het ene medium naar het andere, van de ene stijl naar de andere – reportages, documentaires, fictie, allerlei kunstvormen. Theater houdt zich afzijdig van die gretige klopjacht, hoewel ook hier het thema steeds terugkeert. Maar op een andere manier. Al van bij zijn ontstaan onderzoekt theater de voorstelling van geweld, maar het wist op haast miraculeuze wijze te ontsnappen aan de vaak steriele polemiek rond het verbod (of niet)… op de representatie van de Holocaust. De ‘theatrale’ benadering van extreem geweld getuigt vandaag dan ook van een verfrissende jeugdigheid en een onvermoeibaar streven naar de juiste verhouding tussen ethiek en esthetiek.

    Inhoudstafel en samenvattingen

    Nr. 120 (04/2015) Herinnering aan de Armeense genocide

    De Armeense genocide van 1915 vormt vandaag nog steeds het onderwerp van vele debatten en controversen. De geschiedenis geeft aanleiding tot intentieverklaringen, inzet en verzet, en zelfs ontkenning. Toch worden steeds openlijker banden gesmeed, bruggen gebouwd en gesprekken gevoerd tussen de Armeense en Turkse gemeenschap. Is verzoening mogelijk?

    Inhoudstafel en samenvattingen

    Nr. 119 (12/2014) 70 jaar geleden: Auschwitz. Terugblik op Primo Levi

    27 januari 1945. Zeventig jaar geleden wandelden de eerste soldaten van het Rode Leger Auschwitz binnen. Men zou kunnen zeggen dat het kamp toen werd ‘bevrijd’, hoewel Auschwitz, en geen enkel ander nazikamp, ooit een prioriteit vormden voor de Geallieerden. Primo Levi was een van de weinige overlevenden die zich wisten te verbergen en zo ontsnapten aan de gedwongen evacuaties. Jood, gedeporteerde, chemicus, getuige, schrijver: we blikken terug op deze complexe figuur, op zijn evolutie tot wat hij zelf een ‘professionele overlevende’ noemde, op zijn oeuvre. En op de betekenis die hij aan de woorden ‘verzet’ en ‘engagement’ gaf.

    Inhoudstafel en samenvattingen

    Nr. 118 (09/2014) Dictatuur en terreur in Argentinië, Chili en Uruguay

    Tussen 1970 en 1990 kennen Argentinië, Chili en Uruguay een bijzonder gewelddadige periode van dictatuur en staatsterreur. Het proces van democratisch herstel in de jaren daarna gaat onvermijdelijk gepaard met de constructie van verhalen en herinneringen die het verleden vormgeven. De figuur van het slachtoffer staat centraal in dit proces, en wordt kritisch geanalyseerd in de teksten die Claudia Feld, Luciana Messina en Nadia Tahir hebben verzameld.

    Inhoudstafel en samenvattingen

    Nr. 117 (03/2013) Hoe herinneringen zich tot elkaar verhouden

    Nr. 117 (maart 2013): Amis ? Ennemis ? Relations entre mémoires [Vriend of vijand? Hoe herinneringen zich tot elkaar verhouden]

    Er werd al veel gesproken en geschreven over groepsherinnering, waarbij onderlinge relaties tussen herinneringen en hun geschiedenis vaak worden beschreven in termen van conflict, ‘oorlog’, concurrentie. Zo ontstonden krachtige clichés, een soort van algemeen aanvaarde doxa over het collectieve en culturele geheugen. Met dit dossier willen we een kritische analyse bieden van deze concepten en deze doxa. We onderzoeken met name de opkomst, de samenstelling en de onderlinge verbanden tussen verschillende herinneringen rond de grote gewelddadige periodes van de 20e eeuw. Welke relaties zijn mogelijk tussen deze herinneringen, die zich misschien niet op dezelfde gebeurtenis enten maar wel degelijk een aantal kenmerken en thema’s delen?

    Inhoudstafel en samenvattingen

    Nr. 116 (09/2013) Herdenkingsreizen

    Moeten we bang zijn van het fenomeen ‘herinneringstoerisme’? Of moeten we leren leven met die realiteit? Valt elke bezoeker, in groep of individueel, voortaan onder de categorie van ‘toerist’? Of is die categorie een intellectuele simplificatie die ver afstaat van wat men tijdens zo’n bezoek ervaart? We moeten de vraag ietwat anders formuleren, wanneer we kijken naar de begeleide reizen die voor jongeren worden georganiseerd, voornamelijk door leerkrachten. In dit dossier geven we het woord aan historici en pedagogen die ervaring hebben met herinneringsreizen.

    Lees hier het integrale nummer

    Nr. 115 (03/2013) Spanje en de opbouw van de gedachtenis

    In dit nummer trachten we inzicht te krijgen in de veelsoortige identiteiten en relaties tussen herinneringen en representatievormen in het hedendaagse Spanje. Het is vandaag van essentieel belang om een nieuw licht te werpen op de gelaagde herinnering aan de burgeroorlog, de ballingschap en de repressie onder Franco. Verder herbekijken we de manier waarop andere herinneringen, zoals die aan de Shoah, werden ontvangen en geïntegreerd. In het bijzonder richten we onze aandacht op de spanningen – soms antagonistisch, soms productief – die bestaan tussen officiële evenementen, acties van verenigingen en artistieke initiatieven.

    Lees hier het integrale nummer

    Nr. 114 (12/2012) Gedenkplaatsen

    Herdenkingsplaatsen vormen het tastbare spoor van de Europese herinnering en geschiedenis van de twintigste eeuw. Maar hoe zien zij er vandaag uit? Sinds tien of vijftien jaar zijn de criteria voor het tentoonstellen en het bewaren van de sites vaak grondig veranderd, net zoals de nieuwe ontwikkelingen in het historisch onderzoek onze visie en interpretatie van het verleden hebben veranderd. Ondertussen zijn het niet meer zozeer de getuigen, maar eerder professionele historici, die de geschiedenis schrijven. Toch is dat niet de enige oorzaak van de evolutie in het domein: men is zich bewuster geworden van het belang van overdracht en herinneringseducatie, en bovendien heeft de archeologie het historisch onderzoek veel bijgebracht. We hebben de ideologische sluier van ons afgeworpen die zo bepalend is geweest voor onze opvatting van de permanente tentoonstellingen, het behoud van de sites en de organisatie van de bezoeken. Kunnen we stellen dat een nieuw tijdperk is aangebroken in de herinneringsoverdracht? Hiermee zetten we in elk geval voluit in op het heden evenals de toekomst.

    Lees hier het integrale nummer

    Nr. 113 (09/2012) De taboes van de Duitse geschiedenis

    De meest pijnlijke en ambivalente periodes uit de twintigste-eeuwse Duitse geschiedenis worden gekenmerkt door talrijke taboes die in literatuur, fotografie en film opduiken in de vorm van een ‘terugkeer van het onderdrukte’. De artikels in dit dossier behandelen enerzijds de problematiek van het antisemitisme en de houding van de Duitssprekende bevolkingen tegenover de Shoah. Anderzijds onderzoeken ze hoe mensen het geweld ondergingen van de bombardementen, de vlucht voor het Rode Leger en de massale verkrachtingen.

    Lees hier het integrale nummer

    Nr. 112 (06/2012) De kinderen van de Spaanse burgeroorlog

    Dit dossier is gewijd aan de ervaringen en culturele voorstellingen van kinderen tijdens de Spaanse burgeroorlog. We confronteren de ervaring van de kinderen – een ervaring die op vele manieren uitdrukking kreeg tijdens en na het conflict – met de voorstellingen die volwassenen van diezelfde kinderen maakten. Zo hopen we inzicht te krijgen in een conflict dat een bevolking, die samenleefde op eenzelfde grondgebied, volledig wist te verscheuren.

    Lees hier het integrale nummer

    Nr. 111 (12/2011) Gevaarlijk spel tussen kunst en propaganda

    Politieke instellingen (politieke partijen en regeringen) gebruiken de media om zichzelf in de kijker te werken, om een reputatie op te bouwen en het publiek te overtuigen van hun boodschap. Voor autoritaire besturen vormen de media een middel om hun heerschappij te verstevigen. Hoe hebben kunstenaars in het verleden kunnen meewerken aan propaganda, waarvan het utiliteitsstreven nochtans haaks staat op de doelstellingen die men traditioneel aan kunst verbindt? Hebben zij hun intrinsiek artistieke project verloochend, of hebben ze het zelf bewust vervormd?

    Lees hier het integrale nummer

    Nr. 110 (10/2011) Volksverhuizingen, deportaties, verbanningen

    Criminele groeperingen en staten gebruiken volksverhuizingen om bepaalde bevolkingsgroepen te isoleren of uit de weg te ruimen. Niet alleen worden hun mensenrechten geschonden, deze groepen verdwijnen ook uit de publieke ruimte, verliezen hun houvast en hun sociaal netwerk. Ze worden dan ook makkelijk het slachtoffer van dwangmaatregelen (uitzetting uit hun territorium, dwangarbeid …) of geweld (hongersnood, slachtpartijen, genocide …). Sinds de Eerste Wereldoorlog is dit fenomeen wereldwijd alleen maar toegenomen en kreeg het ook een ‘memoriële’ dimensie: er ontstond een herinnering rond de verhuizingen, waarvan we vandaag de sporen terugvinden in literatuur, tentoonstellingen en musea. Met dit dossier willen we juist de aandacht vestigen op die dubbele beweging, historisch en memorieel.

    Lees hier het integrale nummer

    Nr. 109 (03/2011) Oorlogen en genociden in het stripverhaal

    Het stripverhaal was betrokken bij de donkerste bladzijden van de menselijke geschiedenis, in een ondergeschikte rol of achteraf terugblikkend op de oorlogen en volkerenmoorden in de twintigste eeuw. In het eerste deel van dit dossier belichten we hoe Franse, Britse en Nederlandse stripuitgevers en -auteurs zich tijdens de Tweede Wereldoorlog ten dienste stelden van de bezetter of zich net tegen hem gingen verzetten. Via de bijdrage van het stripverhaal aan de oorlogsinspanning richten we de schijnwerpers op het potentieel van het medium als actie- en propagandamiddel. In het tweede deel van het dossier komt aan bod hoe stripauteurs achteraf bepaalde gebeurtenissen weergeven. Door het creatief behandelen van onderwerpen die lang als ontoegankelijk werden beschouwd bewijst het stripverhaal dat het tot veel meer in staat is dan alleen maar een ‘reconstructie’ van de feiten. Denk daarbij aan beide wereldoorlogen, de volkerenmoorden op de Armeniërs, de Joden, de Cambodjanen en de Tutsi’s, en de bloedbaden in Sabra en Sjatila.

    Lees hier het integrale nummer

    Nr. 108 (09/2010) Behandeling van de geschiedenis in de documentaire film

    In dit dossier worden de knelpunten onderzocht aangaande geschiedschrijving voor televisie. De nadruk ligt op historische documentaires die werden geproduceerd voor en door televisie, want dat is tegenwoordig het belangrijkste medium voor historische overdracht. Er is aandacht voor historici die in hun werk de verhouding behandelen tussen het beeld en zijn cognitieve waarde (Annette Becker, Laurent Veray, Isabelle Veyrat-Masson), maar ook voor andere onderzoekers en docenten (Charles Heimberg, Fanny Lautissier, Matthias Steinle). Daarnaast kregen ook diverse betrokkenen aan productiezijde het woord: regisseurs (Patricia Bodet, Serge Viallet), producers (Jacques Kirsner) en documentalisten die zich specialiseren in opzoekwerk in filmarchieven (Anne Connan, Christine Loiseau). Omdat La chaconne d'Auschwitz bijzonder relevant is voor nagedachteniskwesties en het statuut van de waarheid wordt deze documentaire van Michel Daëron geanalyseerd door de geschiedkundige/historisch adviseur Sonia Combe en vervolgens van commentaar voorzien door de regisseur zelf en door de monteur Eva Feigeles.

    Lees hier het integrale nummer

    Nr. 107 (06/2010) De bekentenis

    In de loop van de geschiedenis is de bekentenis opgeschoven van de juridische en/of christelijke sfeer naar een reeks andere sociale contexten. Dit blijkt uit de bijdragen in dit dossier, waarin de bekentenis structureel wordt onderzocht door een reeks medewerkers: taalkundigen, specialisten in de literatuurwetenschap, geschiedkundigen en onderzoekers op het vlak van informatie- en communicatiewetenschap. Via de analyse van literaire en andere teksten, speel- en andere films en/of specifieke historische gebeurtenissen laten zij zien dat de bekentenis het gevolg is van de verhouding die een groep of persoon heeft met zijn/haar verleden en toekomst, maar net zo goed met anderen, namelijk de bestemmelingen. Verschillende auteurs hebben het over de waarheidsclaim van de bekentenis, terwijl anderen aantonen dat ze ook haaks op de waarheid kan staan of een andere waarheid kan uitdrukken dan de toehoorders verwachten.

    Lees hier het integrale nummer

    Nr. 106 (03/2010) Valse getuigen

    In de humane en sociale wetenschappen wordt tegenwoordig steeds meer aandacht besteed aan getuigenissen en getuigen. De keerzijde van de medaille is dat valse getuigenissen en getuigen worden verwaarloosd, of overgelaten aan zij die dit fenomeen aanklagen. Omdat we een en ander toch serieus moeten nemen, doen we de test en stellen een reeks vragen: we worden vaak ‘tot getuige genomen’, maar wat zijn de sociale en psychologische contexten waarin we kort- of langdurig geloof hechten aan een vals getuigenis? Welke rol speelt de culturele en media-industrie hierbij? Hoe verhouden valse getuigenissen, fictieve getuigen en fictie zich tot elkaar?

    Lees hier het integrale nummer

    Nr. 105 (12/2009) Charlotte Delbo

    De vooraanstaande intellectueel en theaterfiguur Charlotte Delbo (1913-1985) zette zich al vroeg in voor de communistische zaak, hoewel ze nooit lid werd van de partij. Ze was actief in het verzet, werd opgepakt en gedeporteerd met het transport van 24 januari 1943. Ze werd eerst opgesloten in Auschwitz en vervolgens naar Ravensbrück overgebracht. Haar getuigenis, een van de belangrijkste over de gruwel van de naziconcentratiekampen, leeft voort in een reeks teksten, vooral voor het theater. Daaruit blijkt haar engagement tegen elke vorm van politieke onderdrukking, of het nu gaat over Algerije, Chili, Griekenland of de goelags.

    Lees hier het integrale nummer

    Nr. 104 (09/2009) Nogmaals antifascisme. Geschiedenis, ideologie, gedachtenis

    Naar aanleiding van de twintigste verjaardag van de val van de Muur en het verdwijnen van de DDR kijken we opnieuw naar het antifascisme als een van de hoekstenen van het ‘andere’ Duitsland. Of het nu gaat om antifascisme ‘op bevel’ dan wel om een mythe, in dit dossier nemen we het begrip weer onder de loep, waarbij we rekening houden met de historische werkelijkheid en ideologische manipulatie. Uit recent onderzoek in zo goed als onontgonnen archieven komt een genuanceerder beeld naar voren van het Oost-Duitse antifascisme, inclusief zijn betrachtingen, grenzen en gedachtenis. Om een vergelijking mogelijk te maken was het belangrijk om ons niet tot het Duitse geval te beperken. Zo hielden we rekening met de beeldvorming rond het Italiaanse en Franse antifascisme, de complexe geschiedenis van het Sloveense verzet in Oostenrijk en de ups en downs van een vereniging als de WIDF (Women's International Democratic Federation). In het dossier worden historiografische onderzoeken afgewisseld met analyses van biografische documenten, heroïsche figuren, tentoonstellingen, monumenten en literaire werken, dit alles vanuit cultuurwetenschappelijk oogpunt.

    Lees hier het integrale nummer

    Nr. 103 (06/2009) Nazimisdaden en genociden op het scherm

    In dit dossier gaan we dieper in op een aantal kwesties. We maken de balans op van een iconografie die sterk bepalend is geweest tijdens de tweede helft van de twintigste eeuw, in die mate dat het concentratiekampthema een apart genre werd in film, fotografie en kunst. De beelden die de geallieerde troepen aan het eind van de oorlog draaiden toen ze de naziconcentratiekampen ontdekten, maakten inderdaad een verpletterende indruk. Volgens sommigen lagen ze zelfs aan de oorsprong van de filmische moderniteit. Sporen daarvan zijn terug te vinden in de documentaire, fictie-, avant-gardistische en populaire film en in allerlei visuele producties uit de vier windstreken. Je kunt zelfs stellen dat de cinema van de voorbije veertig jaar de institutionalisering van de Shoah niet zozeer heeft begeleid als wel gestimuleerd. Hoe moeten we die aanhoudende invloed begrijpen?

    Lees hier het integrale nummer

    Nr. 102 (03/2009) Representatie van politieke misdadigers. Kunst, film, theater...

    Kunst en literatuur hebben altijd veel aandacht besteed aan misdaden en massale geweldpleging (martelingen, slachtpartijen en slagvelden) en dat is ook vandaag nog het geval. In de jaren 1960 werden de nazimisdaden al op het toneel aangeklaagd door de misdadigers zelf op te voeren (Die Ermittlung van Peter Weiss, Der Stellvertreter van Rolf Hochhuth). Maar het fenomeen reikt verder dan het nazisme. Zoals elke tiran had ook Franco zijn hagiografen en dubbelzinnige Falange-figuren vonden recentelijk nog hun weerslag in Spaanse romans in het teken van de herinnering. Met betrekking tot Rwanda beginnen er verslagen te verschijnen van de hand van genocidedaders. Ook aan de Rode Khmer werden al enkele films en stripverhalen gewijd. In dit dossier wordt onderzocht hoe politieke misdadigers aan bod komen in literatuur, film, theater en beeldende kunsten in Europa, Afrika en Azië. We stellen ook de vraag naar hun weergave in de media, meer bepaald in Argentinië en Zuid-Afrika: is de beul werkelijk een getuige?

    Lees hier het integrale nummer

    Nr. 101 (12/2008) Welke pedagogie, voor welke herinnering(en)?

    Hoe kunnen we onze uiteenlopende ervaringen nuttig maken om de actuele ‘herinneringsopvoeding’ op een vernieuwende leest te schoeien? De pedagogie krijgt de taak toebedeeld om de kennis omtrent extreem geweld over te brengen die tegenwoordig ‘herinnering’ heet, een algemene maar tegelijk meerduidige term. Vaak moet de pedagogie een antwoord bieden op verwachtingen binnen de moderne maatschappij. Het betreft meer bepaald de erkenning van gedachtenisvormen die recent op de voorgrond traden en waarmee gemeenschappen en sociale groepen zich willen laten kennen. In dit dossier onderzoeken we hoe de historische complexiteit betreffende de meervoudige gevoeligheden van gemeenschappen en natiestaten pedagogisch kan worden aangebracht. We hebben het over de invloed van de actuele herinnering en de plaats daarin van de Shoah, waarbij ook heel wat methodologische aspecten aan bod komen.

    Lees hier het integrale nummer

    Nr. 100 (09/2008) De kwestie van de “beul”

    Tegenwoordig bestijgen beulen vaker het schavot om te worden geëxecuteerd dan om te werken. ‘Beulen’ in moderne zin slaat op individuen die collectieve misdaden begaan waarmee ze een stempel drukken op de geschiedenis, van planningsdeskundigen over diverse tussenpersonen tot uitvoerders. In de artikelen van dit dossier bestuderen we de beulen via hun legende, privéleven, dagboeken, instelling of via de organisatie die ze trachten op te richten op de diverse plekken waar ze tekeergaan. Het betreft een uitgebreid onderwerp dat bijzonder actueel blijft.

    Lees hier het integrale nummer

Contact

Stichting Auschwitz – vzw Auschwitz in Gedachtenis
Wolstraat 17/Bus 50 – B-1000 Brussel
  +32 (0)2 512 79 98
  info@auschwitz.be
KBO Stichting Auschwitz: 0876787354
KBO Auschwitz in Gedachtenis: 0420667323

Kantoren geopend van maandag t/m vrijdag tussen 9u30 en 16u30.
Raadpleging ter plaatse enkel op afspraak.

fbytininstagram logo

Lid worden

Wilt u lid worden van de vzw Auschwitz in Gedachtenis, deelnemen aan haar activiteiten of gewoon haar werking ondersteunen, contacteer ons en stort € 40 op rekeningnummer IBAN: BE55 3100 7805 1744 – BIC: BBRUBEBB.
Elke gift van meer dan € 40 geeft recht op een belastingvermindering in België.

Schrijf in

op onze nieuwsbrief in het Nederlands
captcha 
Ik ga akkoord met Privacy beleid
De website van vzw Auschwitz in Gedachtenis en van de Stichting Auschwitz maakt gebruik van cookies om het surfen op de site te vergemakkelijken en om bepaalde functies toe te laten. Door de website verder te gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.