Slachtoffers van oorlogen, natuurrampen, epidemieën ... Burgerslachtoffers dringen de laatste vijftig jaar ons dagelijks leven binnen. We zien hen in de kranten, op televisie, op affiches in het straatbeeld, in de metro e.d. De beelden zijn in zekere zin banaal geworden en hebben daarom niet altijd het gewenste effect ...
Deze beelden zijn bedoeld om luttele seconden nadat ons oog erop valt ons meteen aan te grijpen en een reactie uit te lokken. Ze mobiliseren codes en stereotypen uit ons culturele geheugen om een voorstelling te maken van radicaal geweld, terreur, verschrikking, van het Kwaad.
Maar geven de beelden die vandaag ons visuele veld overwoekeren, werkelijk een juiste voorstelling van de slachtoffers? Is het niet eerder zo dat achter een eenvoudig cliché, aangedikt met een slogan, net als in elke reclamecampagne, een andere realiteit schuilgaat? Kunnen journalistieke, publicitaire en/of humanitaire procedés wel een verklaring bieden voor de extreem gewelddadige situaties en gebeurtenissen waaraan zij refereren?
Deze tentoonstelling wil de bezoeker aanzetten tot reflectie over de kracht en de betekenis van de slachtofferbeelden vandaag de dag. Over wat ze ons doen begrijpen of wat ze ons doen zien, zonder dat we het begrijpen, en ook over wat ze verbergen en wat hen ontgaat.
Burgerslachtoffers van collectief geweld worden vandaag de dag vrijwel steevast opgevoerd als slachtoffers die gered en herinnerd moeten worden, om het even of dat nu te wijten is aan een natuurramp, een epidemie of een oorlog.
Het lijkt voor iedereen vanzelfsprekend dat we hen zo snel mogelijk te hulp schieten en dat mensen die het slachtoffer zijn van onrecht niet vergeten mogen worden. Men komt op voor morele waarden, roept op tot hulpacties. Men houdt de herinnering telkens levendig in de hoop dat zoiets NOOIT MEER zou gebeuren. Men levert bovendien kritiek op de media die onze televisieschermen overspoelen met schrijnende beelden.
Maar beseft men wel dat de voorstelling van de slachtoffers even belangrijk is als de slachtoffers zelf?
Deze voorstelling gebeurt conform bepaalde codes, waarbij gebruik wordt gemaakt van referenties die meestal niets te maken hebben met het slachtoffer in kwestie.
We vragen ons af welke beelden precies op ons netvlies zijn gebrand.
Panelen:
Vanaf de jaren 1970 wordt het beeld van het burgerslachtoffer steeds vaker opgevoerd. De voorstelling baseert zich in die periode op de beeldcultuur van de concentratiekampen. Een breekpunt vormt de oorlog van Biafra (1968-1971), toen een ware communicatiecampagne de televisieschermen overspoelde met Afrikaanse kinderen met opgeblazen hongerbuikjes. Op datzelfde ogenblik keerde de publieke opinie zich tegen de imperialistische machten vanwege het politieke protest tegen de oorlog in Vietnam, dat werd geschraagd door de reportages van de journalisten.
In enkele jaren tijd echter, veranderde het uitgesproken politieke discours van de journalisten in een humanitair engagement. De lichamen van de gedeporteerden die we bekeken en herbekeken, werden op die manier niet enkel standaardmodellen van de herinnering maar ook van de humanitaire actie.
Ze ondergingen daartoe vreemde veranderingen en samen met andere modelbeelden, gebaseerd op de ongelukkige kindertijd, bepalen ze het ruimere beeld van het wereldwijde lijden.
“Zonder beeld geen verontwaardiging: het ongeluk treft enkel de ongelukkigen. Dat maakt het net erg moeilijk om hen een helpende hand te reiken, een hand van broederlijkheid. De grootste vijand van de dictatuur en de onderontwikkeling blijft de fotografie en het schokeffect dat zij teweegbrengt. Laten we de fotografie dan ook erkennen zonder erin te berusten: dit zijn nu eenmaal de wetten van het mediacircus. Laten we er gebruik van maken.” (Bernard Kouchner – Frans politicus en mede-oprichter van Artsen zonder Grenzen)
Laten we er gebruik van maken – zegt Bernard Kouchner.
Moeten we werkelijk gebruik maken van het beeld? Is dat niet precies wat propaganda doet? Ontstaat hier geen nieuwe vorm van propaganda?
Panelen:
In de jaren 1990 beginnen humanitaire organisaties, fotografen en journalisten kritiek te uiten op deze spectaculaire enscenering van het ‘slachtoffer in gevaar’. Ze beginnen zich af te vragen of we zonder beelden kunnen en of het publiek wel kan ‘lezen’. Deze vraagstelling geeft in sommige gevallen aanleiding tot nieuwe gedragscodes en een nieuwe aanpak.
Panelen:
Waarom raken bepaalde beelden ons?
Omdat we er een vorm van lijden in herkennen waaraan onze opvoeding, in de brede zin van het woord, en onze cultuur – onze culturele opvoeding – al een betekenis gaven nog voor we met specifieke beelden werden geconfronteerd. Omdat we niet onverschillig staan tegenover de slachtoffers die men in beeld brengt (hoe zou dat ook kunnen, zeker wanneer het gaat om vrouwen en kinderen: kwetsbare wezens).
Uiteraard is emotie in se niet negatief. Emotie is fundamenteel om evenwichtige relaties op te bouwen met onze naasten, om te functioneren binnen de maatschappij en als mens. Emoties zetten ons aan tot nadenken en brengen ons dichter bij datgene waarover we nadenken. Emoties zijn echter problematisch, wanneer ze een doel op zich worden: de toeschouwers doen verdrinken in hun tranen en daardoor het oordeel vertroebelen. Ze zijn ook problematisch, wanneer ze worden aangewend om mensen te manipuleren (zoals propaganda dat doet).
Opdrachtgever: Stichting Auschwitz, Mémoire des signes en de Federatie Wallonië-Brussel
Curator: G. Aznar
Supervisie: P. Mesnard
Reservatie: Georges Boschloos
Voor inlichtingen graag contact opnemen met Georges Boschloos:
Tel: +32 (0)2 512 79 98 – Contact per e-mail
Stichting Auschwitz – vzw Auschwitz in Gedachtenis
Wolstraat 17/Bus 50 – B-1000 Brussel
+32 (0)2 512 79 98
info@auschwitz.be
KBO Stichting Auschwitz: 0876787354
KBO Auschwitz in Gedachtenis: 0420667323
Kantoren geopend van maandag t/m vrijdag tussen 9u30 en 16u30.
Raadpleging ter plaatse enkel op afspraak.
Wilt u lid worden van de vzw Auschwitz in Gedachtenis, deelnemen aan haar activiteiten of gewoon haar werking ondersteunen, contacteer ons en stort € 40 op rekeningnummer IBAN: BE55 3100 7805 1744 – BIC: BBRUBEBB.
Elke gift van meer dan € 40 geeft recht op een belastingvermindering in België.